De kosten voor de schatkist zijn beperkt en de gevolgen voor de woningmarkt zijn positief, stelde EIB-directeur Taco van Hoek donderdag in Den Haag bij de presentatie van het rapport. Bovendien is het eerlijker.

Nu ontbreekt het eigenlijk aan een echte markt voor huurwoningen in de vrije sector. Probleem is dat vrije huur neerkomt op het betalen van de hoofdprijs, aldus het EIB. Huurders in de sociale sector betalen een gesubsidieerde huur en kopers kunnen gebruikmaken van de hypotheekrenteaftrek.

Een misverstand

Het is volgens Van Hoek een misverstand te denken dat de hypotheekrenteaftrek een obstakel is voor het goed functioneren van de woningmarkt. Wel leidt die tot verstoring tussen koop en vrije huur. Het EIB stelt voor, naar analogie van de hypotheekrenteaftrek, huurders in de vrije sector een huuraftrek te geven gebaseerd op de WOZ-waarde van hun huurhuis. Zij kunnen dan bijvoorbeeld 3 procent van die waarde aftrekken van hun belastbaar inkomen.

Bij een woning van 160.000 euro dalen de nettowoonlasten dan van 800 naar 640 euro per maand, rekent het EIB voor. Daarmee worden huur en koop gelijkwaardige alternatieven. Dit stimuleert de vraag naar huurwoningen, aldus Van Hoek. Hij denkt dat veel meer mensen zullen huren, bijvoorbeeld jongeren die zich nog niet onmiddellijk willen settelen en dus nog niet willen kopen. Zo kan een bloeiende vrijehuurmarkt ontstaan.

De schatkist

Het hoeft de schatkist niet veel te kosten, want nu wonen maar 150.000 huishoudens in de vrije huursector, terwijl er 4,1 miljoen koopwoningen zijn. De ,,nieuwe huurders'' op de vrije markt zijn mensen die anders waarschijnlijk een woning hadden gekocht en dan hypotheekrenteaftrek hadden gekregen. Alleen de huidige ,,vrije huurders'' leiden tot extra kosten en het EIB raamt die op 300 miljoen.

Mensen zouden maximaal 30 jaar gebruik mogen maken van huuraftrek al dan niet in combinatie met hypotheekrenteaftrek als ze later nog een huis kopen.

Het idee

Het EIB begrijpt niet goed waarom de banken van de overheid strengere eisen moeten stellen voor het verstrekken van een hypotheek. Slechts een zeer gering aantal huishoudens komt zo in de problemen dat het tot gedwongen verkoop leidt. Het gaat om 1 promille van het aantal uitstaande hypotheken, aldus Van Hoek.

Kopers zijn volgens hem heel goed zelf in staat hun verantwoordelijkheid te nemen en niet te veel te lenen. Het idee dat dit niet zo is, is volgens Van Hoek overgewaaid uit de VS. ,,De verschillen tussen de hypotheekmarkt in de VS en Nederland zijn echter op vrijwel alle risicofactoren groot en deze verschillen wijzen allen in de richting van lagere risico's in Nederland.''

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl